Integratiehulp gericht op sociale ruimte - volwassenen
Om de participatie en zelfbeschikking van mensen met een handicap verder te versterken, heeft de federale regering onder andere de federale participatiewet(BTHG) ontwikkeld. Dit is opnieuw een belangrijke mijlpaal op weg naar een inclusieve samenleving. De focus ligt op geïndividualiseerde ondersteuning voor mensen met een handicap, gericht op hun persoonlijke behoeften.
Het doel is om elke persoon met een handicap precies die ondersteuning te bieden die hij of zij nodig heeft om zo zelfstandig mogelijk te kunnen leven en werken - rekening houdend met de sociale omgeving (Sectie 104 SGB IX). Dit wordt met name benadrukt in de uitkeringen voor maatschappelijke participatie. In overeenstemming met artikel 95 SGB IX moeten de verleners van integratiehulp zorgen voor persoonsgerichte diensten voor uitkeringsgerechtigden, ongeacht waar de diensten worden verleend, als onderdeel van hun verplichting om diensten te verlenen en moeten zij zich nu consequent richten op de individuele behoeften van mensen met een beperking.
De sociale omgeving speelt daarom een speciale rol bij het mogelijk maken en vergemakkelijken van gelijke deelname aan het sociale leven voor mensen met een handicap.
Sociale ruimtes
Beheersbare sociale ruimten zijn nuttiger voor het creëren van interactieve ontmoetingen en ondersteunende afspraken dan anonieme, grote en onbeheersbare sociale ruimten (Röh/Meins 2021). Bij het categoriseren van sociale ruimten moet rekening worden gehouden met de vaak beperkte mobiliteit van ontvangers van integratiehulp.
Om ook rekening te houden met de heterogeniteit van de afzonderlijke gebieden en op kleine schaal te denken, resulteert dit in een indeling in vijf sociale gebieden. De resulterende ruimtelijke nabijheid vergemakkelijkt bijvoorbeeld de toegang tot openbare diensten. Een ander voordeel is dat uitgebreide gegevensevaluaties nog steeds mogelijk zijn (GdB-casusdossiers zijn adresspecifiek en eenduidig; de evaluatie door het arbeidsbureau jenarbeit is ook gedetailleerd). Deze categorisering wordt ook al intern gebruikt door de administratie voor planningsdoeleinden (planning van de behoeften van het kinderdagverblijf).
Bij het verdelen van Jena in sociale gebieden lijkt het zinvol om de gemeenten te koppelen aan het "dichtstbijzijnde" planningsgebied. Dit maakt een kleinschalige aanpak mogelijk en toch worden de plaatsen individueel bekeken.
Deze categorisering maakt het ook mogelijk
- het gebruik van wijkontwikkelingsconcepten mogelijk.
- De kleinschalige aanpak biedt meer individualiteit.
- De sociale ruimte kan beter (individueel) verkend en benut worden.
Mogelijke participatiecentra zijn daardoor beter bereikbaar. Mogelijke sociale ruimteconferenties zijn ook makkelijker te organiseren.
Alle concepten die tot nu toe zijn ingediend door dienstverleners voor sociaal-ruimtelijk werk houden rekening met alle planningsgebieden en kunnen daarom gemakkelijk worden toegepast op deze indeling. Ondanks het grote gebied en het sterke (structurele) ontwikkelingspotentieel, zijn er momenteel minder open integratiebijstandsdiensten in Noord. Het is vooral belangrijk om dit sociale gebied te ontwikkelen om laagdrempelige ondersteuning mogelijk te maken. Het nadeel van deze categorisering is dat de gemeenten nog wat onderbelicht zijn in de analyse. Er moet echter worden opgemerkt dat daar over het algemeen een andere sociale structuur heerst dan in de stadswijken en dat van alle bewoners een grotere mobiliteit wordt verwacht.
Oriëntatie sociale ruimte
Voor de sociale dienst betekent sociale buurtoriëntatie meer dan alleen een vermindering van lokale verantwoordelijkheden. Het is een holistische strategie die gericht is op het verbeteren van de leefomstandigheden van mensen in een wijk. Het bouwt voort op de sterke punten van de buurten en de mensen.
Voor integratiehulp betekent dit verder gaan dan conventionele individuele hulp en de buurt er meer bij betrekken. De stad Jena en de deelnemers aan de werkgroep oriëntatie sociale ruimte (dienstverleners, administratief personeel en een getroffene) willen daarom nieuwe manieren van samenwerken en financiering van integratiehulp ontwikkelen en testen in een gezamenlijk georganiseerd proces.
Werkgroep oriëntatie sociale ruimte
Het idee om samen te werken aan een nieuwe samenwerking die de hulpbronnen van het individu en de sociale ruimte integreert, werd eind 2022 gepresenteerd tijdens een bijeenkomst van het netwerk voor gemeenschapspsychiatrie. Deelname aan de werkgroep werd optioneel gemaakt. Deze werkgroep komt sinds januari 2023 maandelijks bijeen.
Het doel van de werkgroep is het creëren van een gezamenlijk gedragen BTHG-concept voor de stad Jena door middel van een gedeelde missieverklaring en gezamenlijk ontwikkelde professionele standaarden in (samen)werk- en sociale ruimteprofielen.
Hiertoe zijn in de eerste bijeenkomsten de gezamenlijke leidende principes ontwikkeld en is Jena opgedeeld in sociale ruimtes.
De leden van de werkgroep zijn
- Dienstverleners
- Aktion Wandlungswelten e. V.
- Diakonie Ostthüringen gem. GmbH
- EDA - Een dak voor iedereen
- Hulp voor zelfhulp e. V.
- Saale-Betreuungswerk der Lebenshilfe Jena non-profit organisatie
- Dr. Georg Haar Stichting
- Medewerkers van de administratie
- Afdeling Gezondheid
- Sociale diensten
- Geïntegreerd sociaal planningsteam
- jenarbeit - arbeidsbureau van de stad Jena
- één begunstigde.
De Adviesraad voor Gehandicapten en het Psychiatrisch Netwerk van de Gemeenschap ontvangen regelmatig rapporten over de huidige status van het werk.
Leidende principes voor de oriëntatie van de sociale ruimte in Jena
Leidende principes
De term "oriëntatie op de sociale ruimte" verwijst naar deoriëntatie van diensten op een sociaal-geografisch beperkt gebied. Dit kan een wijk, een buurt of een regio zijn. De term omvat echter ook de oriëntatie op een sociaal geconstrueerde ruimte, d.w.z. een specifieke leefruimte of een sociale microkosmos die de bewoners in relatie tot hun omgeving plaatst. Op het gebied van integratiehulp in Jena laten we ons daarom leiden door de opvattingen van Wolfgang Hinte bij het ontwikkelen vanhet gespecialiseerde concept vanoriëntatie op de sociale ruimte.Volgens dit concept moet de sociale ruimte niet eng worden opgevat als "het ruimtelijke", maar is het belangrijk om, met de actieve deelname van de betrokken mensen, leefomgevingen vorm te geven en arrangementen te creëren die mensen helpen om zich zelfs in moeilijke levenssituaties staande te houden.
Vijf principes zijn hierbij doorslaggevend:
- De belangen en de wil van de uitkeringsgerechtigden staan altijd centraal.
- We vermijden ondersteuning en richten ons op activering.
- In een sociaal-ruimtelijk concept kijken we consequent naar de hulpbronnen van zowel individuen als buurten.
- Sociaal-ruimtelijk werk moet worden georganiseerd over doelgroepen en gebieden heen.
- Netwerken en coördinatie van de talrijke sociale diensten vormen de basis voor doeltreffende individuele hulpverlening.
Door systematisch te werken met het potentieel van uitkeringsgerechtigden en rekening te houden met de leefomgeving, wordt consequent rekening gehouden met de wil en de belangen van de mensen. De natuurlijke, culturele, structurele en sociale omgeving van de persoon wordt opgenomen in de persoonsgerichte ondersteuning in de zin van zelfbepaalde en gelijkwaardige deelname aan sociale en gemeenschapsprocessen.
Daarom moeten bestaande hulpbronnen, zoals zelfhulpgroepen, open ontmoetingsplaatsen, enz. en ruimtelijke hulpbronnen, zoals clubs, rommelmarkten, enz. ontwikkeld en gebruikt worden.
Samenvattend heeft de werkgroep de volgende uitgangspunten gedefinieerd:
- Er is een consistente focus op de interesses en de wil van de mensen, zodat iedereen zijn persoonlijke potentieel kan ontwikkelen.
- Het doel is om de sociale ruimte als een plek van participatie te ervaren en tastbaar te maken.
- De oriëntatie op de sociale ruimte heeft voorrang op de oriëntatie op de doelgroep.
- Sociale ruimten moeten op een participatieve manier worden ontworpen zodat ze aantrekkelijk zijn voor alle burgers.
- Mensgerichtheid is een primair principe.
- Werken in sociale ruimten betekent netwerken openen en gebruik maken van hulpbronnen uit de sociale omgeving.
- Sociale ruimteoriëntatie moet worden gezien als een gezamenlijk leer-, innovatie- en ontwikkelingsproces.
- Alle mensen geven vorm aan de sociale ruimte.
- Transparante diensten en samenwerking met elkaar en netwerken van diensten zijn belangrijk.
- De dynamische hulpbronnen van de sociale ruimte zijn de motor voor participatie.
- Eén persoon kan en moet veel sociale ruimten gebruiken.
- Sociale ruimten worden ook ruimtelijk opgevat.
- Een leefruimte is niet automatisch een sociale ruimte.